Soundtrack: Lola Young – Messy
(en een HIIT Run die niemand besteld heeft)
Vanavond staat er een HIIT Run op het programma.
Vierentwintig minuten.
Ik verheug me er totaal niet op.
Sterker nog:
ik wil helemaal niet gaan rennen.
Maar ik moet van mezelf.
En daar begon het al te wringen.
Van mezelf?
Wie is dat dan precies?
Wie is die ik die zegt dat ik moet,
en wie is die andere ik
die op de bank wil blijven zitten
en nergens zin in heeft?
Wie is de waarnemer
en wie wordt er waargenomen?
Op weg naar huis van mijn werk voel ik het al:
ik zit niet lekker in mijn vel.
Een beetje depressief.
Niet diep, maar vaag.
Zo’n mistige laag over alles heen.
Waarschijnlijk slaaptekort.
En te veel denken.
Altijd weer dat heen-en-weer
tussen ideeën die ik eerst geweldig vind
en een uur later alweer afkeur.
Die projecten van mij.
Ze hebben potentie — dat weet ik.
En toch twijfel ik.
Doe ik wel het juiste?
Ga ik de goede kant op?
Waarom saboteer ik mezelf
terwijl ik tegelijk door blijf gaan?
In mijn Signal-groep Hypnose en hypnotherapie
ging het deze week over vrije wil.
Naar aanleiding van het nieuwe boek van Edwin Selij.
Bestaat vrije wil eigenlijk wel?
Volgens boeddhisten niet.
Zij zeggen:
je bent een vat vol karma
met een beetje intelligentie.
Met andere woorden:
je bent het product van je opvoeding,
je omgeving,
je genen,
je geschiedenis.
En dat slimme brein van je
verzint achteraf redenen
waarom je deed wat je deed.
Daar zit wat in.
Terwijl ik zo in de auto zit te malen
en me eigenlijk best wel klote voel,
komt Messy van Lola Young voorbij.
Alsof Spotify weer even meeluistert.
“And I’m too clever
And then I’m too stupid, dumb
You hate it when I cry unless it’s that time of the month
And I’m too perfect ’til I show you that I’m not
A thousand people I could be for you
And you hate the fucking lot”
Ja.
Dat dus.
Te slim.
Te dom.
Te gevoelig.
Te kritisch.
Te veel.
En tegelijk nooit precies goed.
Ik heb nog steeds geen zin in die HIIT Run.
Echt niet.
Maar ik ga wel.
Niet omdat ik het wil,
maar omdat ik weet
dat als ik niet beweeg,
ik langzaam weer afglijd.
Dan komt de bloeddruk terug.
Dan komen de pillen terug.
Dan komt dat oude lijf terug
waar ik zo hard voor gewerkt heb om vanaf te komen.
Dus ik ga rennen
terwijl een deel van mij blijft mokken.
En dat is misschien wel de kernvraag:
Als ik dingen doe die ik niet wil,
maar waarvan ik weet dat ze goed voor me zijn —
heb ik dan vrije wil?
Of is dit gewoon
een dieper systeem
dat mij bestuurt
omdat het me wil laten overleven?
Misschien bestaat vrije wil niet
zoals we hem romantiseren.
Misschien is hij kleiner.
Praktischer.
Meer een keuze
tussen stilstaan
of bewegen.
En vandaag
kies ik niet eens echt.
Vandaag gebeurt het gewoon.
Ik trek mijn schoenen aan.
Ik druk op start.
En ergens,
tussen sprint en herstel,
zal mijn hoofd waarschijnlijk weer stilvallen.
Niet omdat ik het wil.
Maar omdat mijn lichaam
weet wat ik nodig heb.
Misschien is dát genoeg vrijheid voor nu.
